Langs de spoorlijn ga ik kijken of ik nog rupsen van een vlasbekuiltje zien. Nee dus, wel een mooie witte vlinder met een licht patroontje, maar net als ik af wil drukken vliegt hij weg. Ik er achteraan. Vlindertje niet meer gaezien, maar wel iets wat op mijn verlanglijstje staat: Een wespenspin! Hij zit een beetje onhandig tussen het gras.
Hier is de kop wat duidelijker.
Donderdag 18 augustus 2011
Gister ben ik mijn mooie loep verloren, daarom ga ik vandaag nog eens kijken of ik hem vind. Helaas, niet gevonden, terwijl het maar een klein stukje is waar ik zeker van weet dat ik hem daar kwijt geraakt ben.
Eerst even een foto gemaakt van de gele maskerbloem, dat valt niet mee, want bij ieder zuchtje wind gaat hij heen en weer.
Er staat heel veel rode ogentroost, maar het meeste is uitgebloeid.
Ook in mijn eentje kan ik de dwergbloem wel vinden.
Maandag had ik met mijn loep gezien hoe mooi zomprus is als het bloeit.
Scherp fijnstraal.
Uitgebloeid scherp fijnstraal.
Zaden witte honingklaver
In een later stadium worden de zaden donkerbruin tot zwart.
Het is lang zulk mooi weer niet als gister, daarom moet de hommel schuilen. Er zit zelfs een druppel onder de vleugel.
Woensdag 17 augustus 2011
Vrienden willen ook wel eens mee naar het Kennemermeer om al dat moois te zien. Op weg van het parkeerterrein naar gebied komen we al zoveel tegen. Ik wist niet dat hier ook rood guichelheil staat.
De dames hebben niet zoveel tijd en haken af, maar ik hou nog een enthousiasteling over die alles wil weten, dat is heel leuk. Zelf zie ik ook weer dingen waar ik anders niet zo op let. Vooral met een loep zie je zulke bijzondere dingen. De zaden van witte honingklaver zien er mooi uit.
Ik dacht een oorwilg te laten zien, maar werd verbeterd door de ‘beginneling’, dit is een els en dan zie ik ook de gallen op de elzenkatjes die veroorzaakt worden door een schimmel. De gallen worden ook elzenvlaggen genoemd. (Stiekem zit er ook een miljoenpoot op.)
De meeldraden van een melkdistel.
De bleekgele droogbloem.
De takjes naar de bloem van de waterpunge heeft een knik en daar zit een blaadje.
De zaadjes van een bastaard wederik.
Giel ziet een spinnendoderwesp met een spin slepen.
Het lijkt een onooglijk bloemetje van de scherpe fijnstraal, tot je het dichterbij bekijkt.
Eindelijk eens een bloedrode lucht.
Maandag 15 augustus 2011
De 3e maandag van de maand is er een excursie van de KNNV bij het Kennemermeer. Alhoewel al erg veel planten zijn uitgebloeid zijn er toch nog genoeg soorten te zien en we hebben genoten.
Het grappige van waterpunge is dat bij elk steeltje naar het bloemetje een knikje zit en bij het knikje zit een blaadje en ik vond het al zo’n leuk plantje.
De pluis van de distel vind je overal.
Het is even zoeken, maar de dwergbloem wordt toch gevonden door iemand die door zijn knietjes is gegaan.
.
We zijn blij dat we een heivlinder zien op de heivlinderheuvel, die weet tenminste hoe het hoort.
Sierlijk vetmuur oftewel krielparnassia lijkt op geelhartje, dus wel goed kijken.
De slanke gentiaan van bovenaf.
Hier komen de pluisjes vandaan.
Bloeiend riet, vol met zaad.
Bij het eindpunt zie ik nu pas voor het eerst dat die paal zo prachtig getekend is.
Vorige keer had ik de pootjes van de miljoenpoot er niet op, nu kan ik pas gaan tellen.
Terug naar huis zie ik een dode vleermuis op het fietspad. Vast aangereden. Wat een vacht heeft dat beest.
Zondag 14 augustus 2011
Op mijn vlinderroute zie ik een klein koolwitje eitjes leggen. Hier zie je dus duidelijk het verschil tussen eitjes leggen door een klein koolwitje en een grote: de grote legt een hele tros en het klein koolwitje 1 tegelijk onder een blaadje.
Een kleine heidelibel landt een paar meter voor me.
Bont luzerneklaver heeft de mooiste en apartste kleuren.
Zie ik daar nu een parelmoervlinder? Ja, maar wel met een afwijkend patroontje.
De witte halvemaanzweefvlieg is groter dan de gele.
Een bruin blauwtje is daarentegen weer kleiner dan een Icarusblauwtje.
De winter staat voor de deur! Een winterjuffer op mijn achterdeur.
Woensdag 10 augustus 2011
De laatste tijd zie ik erg veel mussen in de sering, maar vandaag zijn er 3 jonge pimpelmeesjes. Hahaha, die pootjes: het zijn net vingertjes.
Met Anneke en Annemiek ga ik de vlinderroute lopen bij het Kennemermeer. Ze moeten maar even op me wachten, want eindelijk zie ik kneutjes een beetjte dichtbij en die kans laat ik niet lopen om ze te fotograferen.
Gelukkig, ik ben op tijd en heb zelfs nog even gelegenheid om een miljoenpoot op de foto te zetten.
Sierlijk vetmuur.
Er bloeit van alles op de heivlinderheuvel.
De slanke gentiaan bloeit volop in het gebied.
Driekleurige viooltjes, goed voor de kleine parelmoervlinder.
Ik heb dan wel de nachtvlindernacht gemist, maar een van de mooie nachtvlinders vind ik nu op het pad. Het is een vrouwtje hopwortelboorder (Hepialus humuli). Het mannetje heeft witte vleugels en een gele kraag.
De duinwespenorchis raakt ook al uitgebloeid, maar de bovenste bloemen zijn nog wel vers.
Weinig vlinders gezien op de route, het is ook niet erg zonnig.
Ik ga alleen weer terug over het fietspad om de slanke mantelanjer te zoeken. Er staat er xe9xe9n, maar gelukkig zie ik hem wel.
Nog meer kneutjes.
Weer zit er een vrouwtje struiksprinkhaan op de bedeguargal langs de Heerenduinweg.
Maandag 8 augustus 2011
Omdat ik toch in de buurt ben van het Kennemermeer wil ik foto’s maken van het smal vlieszaad. Eerst fiets ik in het havengebied, waar de vuurtoren mooi afsteekt tegen de lucht.
Het Semafoor.
Op de grond is ook van alles te beleven. Een snor- of pyjamazweefvlieg op bont luzerneklaver.
In de buurt van het smal vlieszaad staan zandambrosia-plantjes.
Smal vlieszaad van boven…
en van opzij.
Zaaddozen van de teunisbloem.
Een aardhommel hoort tot de vliesvleugeligen.
Vrijdag 5 augustus 2011
Met de natuurdames ga ik richting duinen en Kennemerstrandgebied om planten te bekijken. De kleine morgenster staat niet in de Heukels, daar komen we ter plekke dus niet uit.
Even het middelpunt van peen dichterbij bekijken, is het nou een bloemetje of een stampertje?
Op het pad krioelt het van de kleine miertjes.
In de kelkjes van de duinwespenorchidee staat water.
Er staat smal vlieszaad, maar de foto’s zijn niet geweldig, die komen nog wel. Zwenkdravik is toch ook mooi?
’s Middags loop ik een stukje verder na mijn vlinderroute. Een derde Icarusblauwtje wil zich met de andere 2 bemoeien.
Helaas buiten mijn route, maar toch … een distelvlinder mijn zijn lange tong in een spoorbloem.
Dicht bij het water van het kanaal zit een klein koolwitje op zeeaster.
Donderdag 4 augustus 2011
Nico en ik hebben allebei een vrij-reizen-dagkaartje van de NS en we gaan helemaal naar Valkenburg. Het is prachtig weer, wat wil je nog meer! Van Valkenburg wandelen we naar Schin op Geul. Tussen de mailsvelden door …
en de tarwevelden.
Tarwe.
Zoiets zie je bij ons weer niet, ik geniet van het landschap.
We lopen ergens vast, maar dat vind ik helemaal niet erg, want juist daar zie ik een weidebeekjuffer, wel jammer dat hij niet bleef zitten voor de camera. Maar ik heb hem toch maar mooi gezien.
Er wordt gehooid, daar is het ook een prachtige dag voor.
Er wordt wel gras overgelaten voor de koeien.
Hier en daar staan ronde betonnen bakken, deze is begroeid met sigaren.
In Schin op Geul stroomt een geultje.
Nimfen van de vuurwants op kaasjeskruid.
En de vuurwants als imago.
Als we wachten op het station van Schin op Geul komt er een stoomtrein langs.
Het was een prachtige dag.
Dinsdag 2 augustus 2011
Waar het grote koolwitje haar eitjes heeft gelegd kan ik niet meer terugvinden, zouden de rupsjes al vertrokken zijn? Of zou dit maagdelijke slakje ze opgegeten hebben?
De duinwespenorchis heeft donkere bloemen, maar ook lichtere.
Bij het Kennemermeer ga ik op zoek naar insecten of vlinders. Er komen al meer kattenstaarten, verspreid over het hele terrein.
Het mag natuurlijk niet, maar ik neem een foto onder de rokjes.
Gelijk met het zilt torkruid komt de dwergzegge op de foto.
Volgens mij kunnen libellen en juffertjes makkelijk in het meer eitjes leggen. Ik zie een juffertje vliegen en ook een grote keizerlibel.
Die gaat op een plekje zitten dat ik bijna in het water moet gaan staan om een foto te nemen.
Vanuit mijn ooghoek zie ik iets wegschieten achter de lisdodde. Ik loop er omheen en zie af en toe een spitskopje, ik kan foto’s nemen, maar dan moet ik wel snel zijn, want elke keer schiet ze naar de achterkant van de sigaar.
Grappig die uitgebloeide distels.
Een vliegje van een paar millimeters zit op mijn fiets.
Langs de Heerenduinen staat veel slangenkruid.
Een lichtgekleurde buizerd vliegt voor me langs, even later opgejaagd door een meeuw.
De meeuw gaat zo te keer dat de buizerd het hazenpad kiest.
alipo Natuurdagboek 