Zaterdag 30 mei 2009
Het jonge pimpelmeesje heeft het niet overleefd. Toch komen de ouders nog regelmatig kijken en roepen. Een vlaamse gaai komt ook even kijken, maar die wordt weggejaagd door die kleine pimpelmeesjes.
Vrijdag 29 mei 2009
Ik zie pimpelmeesjes bij mij in de sering druk doen, maar wij hebben geen nestje in de tuin. Toch zie ik opeens zo’n klein jonkie op de tegels.
Ik zet hem op het dak van het schuurtje en daar wordt hij regelmatig gevoerd.
Als ik weer kijk zit hij weer op het pad.
Ik zet hem weer op het dakje van de schuur, want de katten en hond lopen hier rond.
Vrijdag 29 mei 2009
Met het natuurgroepje ga ik naar Huis te Manpad in Heemstede. We krijgen een fantastische rondleiding over het landgoed, verzorgd door Annabelle. Er wordt weer van alles genoteerd, het is heel fijn als iemand zoveel vertelt. We zijn ook heel blij dat Ank er weer bij is en dat ze hersteld is van 2 gebroken armen. Ank weet de naam van deze rups: het is de witvlakvlinderrups.
Hier staat een slangenmuur van wel 215 meter lang.
Het weer is ook fantastisch, de zon schijnt door de beukenbladeren.
Ik zie wel meer komkommerspinnen, maar als ze in het web hangen, kan ik ze zo moeilijk fotograferen. Deze blijft netjes wachten tot we klaar zijn met fotograferen.
Over de bomen wordt ook het een en ander verteld.
Een landkaartje in voorjaarskleuren had ik nog niet eerder gezien.
Het licht valt mooi op de witte haartjes van de koekoeksbloem.
Knopig helmkruid (met dank aan Ank)
Dinsdag 26 mei 2009
Het waait wel pittig kijk maar naar het wuivende gras.
maar na al die donkere wolken van vandaag en die hevige onweersbuien vannacht is er toch weer blauwe lucht.
De veldhondstong is een zeldzame plant en het verbaast me ook dat ik opeens twee planten bij mij aan de overkant zie staan. Nooit eerder gezien hier.
De bomen in Velserbeek in het late avondlicht.
Zondag 24 mei 2009
Waar vorige jaren de Nijlganzen met jongen zaten, daar zitten nu kleine Canadese gangen met pulletjes. Ja, je zou toch vechten om zo’n mooie plek.
Ik zie 2 roodwangschildpadden in het water. Heel veel juffertjes en er patrouilleren libellen, ik zie een blauwe en deze (platbuik?), die er al heel wat vlieguren heeft op zitten.
Zaterdag 23 mei 2009
Zo opeens zijn er heel veel Icarusblauwtjes. Zo mooi getekend aan de bovenzijde zie ik ze niet veel.
Ze fladderen niet alleen rond, maar ze hangen ook stil aan de grassprieten, dus ik moet goed opletten.
Ik ben ook aan het oefenen op de zweefvliegen. Dit is de grote narcisvlieg.
Vrijdag 22 mei 2009
’s Middags ga ik naar Elswout om zweefvliegen te tellen. Hoera, ik zie er zelf eentje. Het is een menuetzweefvlieg.
De zaaddozen van een keizerskroon zijn enorm.
De lege zaaddozen van de winterakoniet.
Een roze bloemetje tussen de boterbloemen.
Ik kijk nog even in de sloot van de Elswoutlaan of er roodoogjuffers zitten. Die zitten er wel op de leliebladeren, maar de rietkevers vind ik veel mooier.
Vliegende start. Je ziet een beetje dat ze dekvleugels hebben en daaronder glasachtige vleugels.
’s Avonds gaan we uit eten bij de Molenplas.
Op het terras komt een wespje op het overhemd van Nico zitten. Ik vind de schildjes aan de voorpoten heel vreemd. Later zie ik dat het een mannetje graafwesp is: grote zeefwesp.
Vrijdag 22 mei 2009
Als we het strand oplopen om schelpen te gaan tellen zie we een machine over het strand rijden die het strand schoonmaakt. Marijke stapt op de bestuurder af en vraagt of hij de vloedlijn een beetje ontzien wil omwille ons onderzoek. Dat wordt wat van de zomer, elke keer als het mooi weer is wordt het strand schoongemaakt.
We lopen eerst langs de eblijn en zien daar een grote beerrups die bijna overspoeld wordt door het opkomende water. Ik neem hem mee naar de pier.
Onder de stenen van de pier zitten 2 strandkrabben. De grote stapt even heen en weer en kruipt dan weer onder de steen.
Op de terugweg vinden we weer een grote beerrups. Die neem ik mee op mijn hand.
…. maar bij elk zuchtje wind waait hij er vanaf. Ze wegen ook helemaal niets. Grappig hè die zuignappootjes.
Bij de strandopgang staat een struik, als ik de rups er op wil zetten zie ik dat hij daar helemaal op zijn plaats is, want ik zie er tientallen. Het is de zee-alsem.
Bij Marijke mag ik nog even naar de rozemarijngoudhaantjes kijken. Het is hier heerlijk in het zonnetje.
Woensdag 20 mei 2009
Maatje M: de knolboterbloem. De blaadjes onder het bloemetje zijn teruggeslagen.
Maatje S: het minimini-vergeet-me-nietje. Het bloemetje is maar een paar millimeter groot.
In de meidoorn zaten heel veel bastaard satijnvlinderrupsen. Ik zie er niet zoveel meer, maar ze zijn wel groot geworden.
De rimpelroosstruiken hebben grote bloemen. Ik schold deze roos altijd uit voor hondsroos, maar die heeft langwerpige rozenbottels en deze afgeplatte.