Vrijdag 27 september 2008
Je moet het treffen als een nachtvlinder zijn ondervleugels laat zien. Deze gamma-uil zat zelfs nog stil ook. Ze fladderen meestal heel snel.
Ik zie een tuinwolfspin een luisje pakken. De spin was vrij klein.
Schreef ik laatst dat ik pendelzweefvliegen genoeg zie, maken ze er nog meer! Ga toch slapen, jullie hebben jullie pyjamaatjes al aan.
Ik let goed op de peen of er ook zo’n prachtig vlindertje op zit, maar ik kom een gewone oorworm tegen met zijn staart omhoog.
Een nimf van een wants, maar welke?