1001-soortendag

Zondag 1 juni 2008

Door de duinen fietsen Anita en ik richting Zandwaaier. Onderweg zien we een kamperfoelie die graag op de foto wil.

(zie ook weblog van Anita: http://floppieook.web-log.nl/mijn_weblog/)

Na de koffie met z’n drieën in de Zandwaaier gaan Anita en ik op pad voor de 1001-soortendag. We nemen eerst een kijkje bij Copernicus, wat machtig interessant is.

Daarna komen we bij de stand van de insecten. Ik mag van die meneer even door zijn verrekijker kijken. Ik heb er wel een, maar daar ben ik niet zo tevreden over en deze is heel helder, dus gelijk merk en soort opgeschreven.

Een jongen komt met insecten en een grote meikever, die had ik nog nooit gezien. Mooi beest.

We komen bij de waterbeestjes. Daar staat Dik Vonk bij en hij weet elk beestje bij naam.

Dit is een tuimelaar.

Er springt opeens een sprinkhaantje op het water en een kind zegt: "Die ligt daar lekker te chillen."

Een larf van een elzenvlieg.

Een waterpissebed, maar de Bloemendalers zeggen netjes: "plasledikant" tegen een pissebed.

Dik gaat bijna uit zijn dak als hij een larf van een geelgerande waterkever ziet.

Naar de volgende post zijn we een tijd onderweg, we zien allerlei beestjes in de vegetatie en ook de distels zijn het bekijken waard.

Spinnen, wespen, kevertjes. En een vliegje genaamd: Meliria omissa. 

Een eend klaar voor de start.

Een stapeltje elfenbanken met bijzondere kleuren.

Geelbandlangsprietmot.

Sint Jacobsvlinder.

Roodpootschildwants, nimf.

En zo’n mooi lieveheersbeestje heb ik nog nooit gezien. Ik denk: dan moet hij wel heel bijzonder zijn, maar nee hoor, het is de tienstippelige, dus veelvoorkomend.

En om de 1001-soorten vol te maken 😉 nog een tuinwolfspin.