Donderdag 19 juni 2008
Ik loop de vlinderroute voor de vlindertjes, maar ik zie meer insecten dan vlinders.
De wilde peen is erg in trek bij insecten. Dit is een knoop- of een graafwesp.
Alleen een keizerskaars heeft witte bloemen, dus moet dit een keizerskaars zijn, maar hij was wel erg klein.
Dit zou een spinnendoder kunnen zijn.
Dit vind ik zo’n schattig vliegje, hij is heel klein.
Een ouwe bok snoept nog wel eens van een jong blaadje.
Vandaag zie ik voor het eerst hier knautia’s staan.
Een Sint Jansvlinder ziet er weer anders uit dan een Jacobsvlinder. Hij zat daar te schitteren in de zon.
De nimf van de dovennetelwants is al aardig gegroeid, vorige keer 1 a 2 mm en nu ongeveer 5 mm.
De gewone wapenvlieg herken je makkelijk aan hun glimmend borststuk en achterlijf. Deze heeft een bruin achterlijf, maar kijk die vleugeltjes eens, wat een aparte structuur.
Net als ik de deur uit wil gaan naar de Natuurcursus van de KNNV zie ik een grote spikkelspanner in de hibiscus vliegen. Hij heeft enorme veren op zijn kop.